Ik kreeg begin oktober 2025 een mailtje van de Stichting Onterfd Goed. Deze stichting kende ik uit 2012 toen ik er enkele typemachines van het voormalig Scryption mocht kopen, of adopteren, zoals ze dat zelf noemden. Het was hun eerste ervaring met het herbestemmen van overtollige collecties. Sindsdien doen ze dat vaker. In de mail stond:
Gemeente Apeldoorn heeft in de loop van heel veel jaren
een kunstcollectie verzameld van ruim 2400 werken. Een deel daarvan stamt uit
de periode waarin kunstenaars in het kader van de Beeldende Kunstenaars
Regeling (BKR) werk inleverden in ruil voor een financiële ondersteuning om
zich te kunnen ontwikkelen. Een ander deel bestaat uit kunstwerken die zijn
aangekocht om kantoren en vergaderruimtes aantrekkelijker te maken.
Met de verhuizing naar een nieuw stadskantoor in het
vooruitzicht, was het noodzakelijk om de totale collectie onder de loep te
nemen. Onterfd Goed ondersteunde de gemeente bij het herzien van het
collectieplan en onderzocht alle werken op conditie, herkomst en historische
waarde. De gemeente besloot 1500 werken af te stoten om te komen tot een goed
beheersbare collectie die ingezet gaat worden in het nieuwe kantoor. In onze
webshop vind je de eerste 400 werken uit deze collectie in 'nieuw
in de webshop'.
Schilderij van Max Geene, 1979
Het schilderij van Max Geene sprong er meteen uit.
Het spreekt mij enorm aan. Wie schildert er nou een
verlaten kruispunt in een grauwe winterochtend? En nog netjes gedaan ook. Na
een paar keer klikken was ik voor 195 euro, inclusief verzending door
gespecialiseerde koerier, de trotse eigenaar van dit schilderij. In de webshop
stond het trouwens verkeerd geregistreerd (het is niet van Gerrit van Dijk,
maar van Max Geene). Bij de beschrijving staat overigens dat het van de gemeente Zwolle afkomstig is en dus niet van de gemeente Apeldoorn.
Het vrij forse schilderij (80 bij 100cm) is waarschijnlijk niet gemaakt met olieverf (zoals in de webshop stond vermeld), maar met acrylverf. Volgens ChatGPT is dat logisch, want “in de jaren ’70 stapten veel realistische schilders over op acryl, vooral in Nederland en Duitsland, omdat het sneller droogde en beter geschikt was voor dat cleane, ‘fotografische’ resultaat. Hyperrealisten en ‘nieuwe realisten’ gebruikten het graag voor stedelijke scènes, reclameborden, asfalt, beton, enzovoort.”
Het schilderij lijkt heel realistisch, maar is niet
hyperrealistisch. Het verkeerslicht voor fietsers rechts lijkt te zweven, de
schaduwen zijn niet consistent en als je van dichtbij kijkt, zie je veel kleine
slordigheden. Vanaf ongeveer 2 meter afstand komt het schilderij daarom het
best tot zijn recht. Volgens ChatGPT past het schilderij “bij de Nederlandse
tak van het Nieuw Realisme / Stadsrealisme van de jaren ’70, herkenbaar aan dat precieze, bijna koele
stadsbeeld, zonder de obsessieve perfectie van hyperrealisme.”
Max Geene, kunstschilder te Overschie
Ik heb niet heel veel over de schilder Max Geene kunnen
vinden. In het krantenarchief staan wel advertenties voor een aantal
tentoonstellingen in de jaren tachtig, maar niet heel veel. Wel vond ik een
interview met hem in Het Vrije Volk (8-7-1986) waarin hij vertelt over het
afschaffen van de BKR-regeling en het leven als kunstenaar in de bijstand. Ik
copy-paste het hele deel dat over hem gaat:
Max Geene, kunstschilder te Overschie, weet wat het is om
als kunstenaar in de bijstand te zitten. Toen hij tien jaar geleden van de
Rotterdamse academie kwam, zag het er een stuk rooskleuriger uit. Een kunstenaar kwam automatisch in aanmerking
voor de BKR. Drie jaar geleden werden er echter inkomenseisen verbonden aan de
regeling. Tegenwoordig moet een kunstenaar een inkomen van 8000 gulden per jaar
aantonen om in aanmerking te komen voor de BKR.
Geene kon vanaf het begin, zoals vele collega's, nlet voldoen
aan de eis en belandde in de bijstand. „Balen. Als kunstenaar in de bijstand je
werk voortzetten, is haast geen doen. Materiaal wordt mondjesmaat aangeschaft. Het
voorzieningsfonds voor kunstenaars springt wel bij, maar de bedragen zijn niet
toereikend om lekker door te werken. Je moet voortdurend schipperen om een
beetje uit te komen met geld. En oppassen dat de situatie je ontwikkeling niet
beperkt. Ik heb wel dagen dat ik het niet meer zie, maar ik wil door. Ik kan
niets anders. Ik zou ook niet meer in te passen zijn in een vaste baan of iets
dergelijks."
Geene heeft zijn atelier in een leegstaande school in
Overschie, een multifunctioneel gebouw. „Daar heb ik geluk mee gehad. Het is
een geschikte ruimte en de huur is laag. Ik kreeg het op het goede moment
aangeboden: mijn zoon begon net te lopen. Ik schilderde eerst thuis, in een
tussenkamer, dat kon niet langer met een peuter.' Als je zo op het minimum
leeft is het heel belangrijk dat ze thuis achter je staan. Ik kan me goed
voorstellen dat sommige kunstenaars die samenwonen of een gezin hebben,
spanningen krijgen door de benarde financiële positie. Daar heb ik gelukkig
niets mee te maken." Volgens Geene kunnen slechts een paar kunstenaars
zich bedruipen. „De mensen kopen niet. Ze zien het en zeggen: goh, aardig. En
vervolgens: moet ik daar dertienhonderd piek voor neerleggen?".
Vóórdat je al aan verkopen kunt gaan denken moet je
trouwens eerst een galerie zover hebben dat ze je werk willen aanbieden. Dan moet
je eerst dure foto's laten maken, een mooi boekje samenstellen en ermee gaan
leuren. Het valt verdomd niet mee".
![]() |
Volkskrant, 28 september 1985 |
Henk Elsink, cabaretier
Iets rechts van het
midden staat een bord met het portret van Henk Elsink. Het is al wat
afgebladderd door weer en wind. Henk Elsink speelde met de theatershow “Theater
en Thuis” tussen 6 januari en 14 januari 1979 in het Zuidpleintheater voor het
eerst in Rotterdam. De show zelf was al bijna twee jaar oud. Daarna speelde hij
in Groningen en tussen 23 januari en 3 februari 1979 speelde hij weer in
Rotterdam, nu in het Luxor theater. Voor de première in het Luxor had hij
gratis kaartjes geregeld voor de medewerkers van de Rotterdamse
reinigingsdienst, als bedankje omdat deze de wegen sneeuwvrij hadden gehouden.
De winter
van 1979 was erg streng, met hevige sneeuwstormen. Die van 14 februari 1979
was de ergste ooit, maar ook in de weken daaraan voorafgaand sneeuwde het
regelmatig. Rechts achter het bord met Henk Elsink zijn nog sneeuwresten op het
gras te zien. Het zal dus ergens begin 1979 geschilderd zijn.
Henk Elsink kreeg in de Volkskrant en het NRC overigens heel
slechte recensies. Het NRC (17 januari 1979) schreef bijvoorbeeld dat zijn talent
te beperkt is voor een flitsende show. Ook de vrouwonvriendelijke grappen
vielen niet in de smaak: “wat is het verschil tussen een vrouw en een piano?
Van een piano kun je altijd de klep dichtgooien.” Maar blijkbaar stond dat een
succesvolle twee jaar durende tournee niet in de weg.
Omgeving schilderij en een beetje geschiedenis
Het kruispunt op het schilderij is gemaakt vanaf het
fietspad dat de Boezemlaan kruist. Links zie je nog net de oprit naar de A20
richting Den Haag en Hoek van Holland, plus een shortcut naar de wijk
Hillegersberg, dat achter de A20 ligt. Die shortcut is er tegenwoordig uit; nu
is er in de plaats daarvan een fietsbrug (Soetendaalsebocht) naast gelegd. De
A20 staat op het schilderij op palen en is voorzien van groene geluidsschermen.
De palen zijn nodig omdat dit deel over de rivier de Rotte heen is aangelegd.
De Rotte zelf is niet zichtbaar, maar stroomt dus onder de A20 door de stad in.
Op bovenstaande satellietfoto uit 2025 is te zien hoe de situatie er tegenwoordig vanuit de lucht uitziet. Het meest rechtse kruisje geeft het schildersperspectief aan. De overige kruisjes geven de punten aan waar vandaan de overige foto’s (zie verderop) zijn gemaakt. Het linker kruisje is waar de drie foto’s uit de jaren vijftig zijn gemaakt, de bovenste kruisjes zijn de foto’s uit 1964 en 1970 en het middelste kruisje onderaan geeft de plek weer waar onderstaande foto uit 1987 is genomen. Die lijkt nog het meest op het schilderij; zowel het gezichtspunt als veel details (verkeersborden) komen overeen.
![]() |
Hetzelfde kruispunt in 1987 |
Op de voorgrond van het schilderij zie je de Boezemlaan, die links overgaat in de Gordelweg. Zo’n 100 meter naar rechts is de Rottebrug, want nadat de Rotte onder de A20 doorgaat, moet die ook onder de Boezemlaan door. Van de bouw van zowel de Boezemlaan als de Rottebrug zijn enkele foto’s gemaakt tussen 1955 en 1957.
![]() |
Bouw van de Rottebrug, 1955 |
![]() |
Rottebrug, 1956 |
![]() |
Kruispunt Soetendaalsekade met Boezemlaan. Max Geene schilderde vanaf het midden van het beeld, kijkend naar links, 1957 |
De A20 werd in de jaren zestig pas aangelegd. Je kan hier alleen de A20 op richting het westen. Om via de A20 naar Utrecht (het oosten dus) te kunnen moet je de Boezemlaan volgen waarna je via de Bosdreef het knooppunt Terbregseplein op kan draaien, de A20 richting Utrecht op. Je kan op dat knooppunt ook de A16 richting het zuiden (Dordrecht) pakken. Vandaar dat op het blauwe bord links op het schilderij staat dat je rechts de Boezemlaan moet volgen om naar Utrecht of Dordrecht te kunnen rijden. Van de aanleg van de A20 op dit punt zijn ook enkele foto’s gemaakt, ongeveer vanaf de meest linkse boom op het schilderij, gefotografeerd richting het punt waar het schilderij is gemaakt.
![]() |
1970, zelfde perspectief als foto hieronder, maar zes jaar later |
Een gure plek
Omdat de Rotte hier de stad binnenkomt, wordt dit gebied ook wel de Poort van Noord genoemd. De wijk achter de schilder is Het Oude Noorden en aan de overkant van de Rotte ligt Crooswijk. Eind 2020 werd er een prijsvraag uitgeschreven om “de Poort van Noord te agenderen en activeren, de aantrekkelijkheid te vergroten, gebruik uit te lokken en een positieve bijdrage te leveren aan de toekomst van deze plek.” Het winnende initiatief wilde bijvoorbeeld een speeltuin/fitness ruimte aanleggen, net naast de oprit naar de A20 (op het schilderij zou dat net naast de witte stellage met blauwe bewegwijzering zijn). Op Google Streetview van oktober 2024 is dat nog niet terug te zien. Ook de voorgestelde kabelbaan over de Rotte is er nog niet.
![]() |
Winnaar prijsvraag Poort van Noord |
Op internet zijn nog andere ambitieuzere plannen te vinden
om het gebied te verbeteren. Zo bestaat er een initiatiefvoorstel
van de PVDA ui 2021, dat voortbouwde op een voorstel uit 2009 om de A20 te overkappen en er een park bovenop te bouwen. De motivatie
achter de verbetering van het gebied is als volgt: “De snelweg is niet alleen
een probleem voor de volksgezondheid, maar splijt bovenal ook prachtige wijken
in het Noorden van de stad. Daarnaast zorgt het voor verschraling in de wegen
direct gelegen aan de snelweg en levert het gure plekken op waar Rotterdammers
in nachtelijke uren niet graag komen.”
Tot nu toe is het voorstel tot overkapping nog niet uitgevoerd; eind 2021 werd besloten om eerst een haalbaarheidsonderzoek te starten. Daarna bleef het stil.
Ik heb het schilderij van deze gure plek opgehangen in mijn
werkkamer.
Tot slot een link naar de huidige situatie: